“Het spelen met de verkeerde bal”
Het komt helaas nog wel eens voor dat er met de verkeerde bal wordt gespeeld. Dat is wel vervelend voor de speler, maar we kunnen gerust zijn, het gebeurd soms de beste biljarters.
Er zijn altijd 3 partijen bij betrokken: de speler, de arbiter en de tegenstander. Hoe er gehandeld moet worden door deze 3 partijen zullen we hierna uitleggen.
De speler
De speler heeft meestal niet in de gaten dat hij of zij met de verkeerde bal speelt. Hij komt hier pas achter wanneer dit door de arbiter, of door iemand anders, duidelijk wordt gemaakt. Heeft de speler al een aantal caramboles met de verkeerde bal gemaakt en de arbiter heeft het niet gezien, maar hij of zij komt zelf tot de ontdekking dat er met de verkeerde bal is gespeeld kan hij 2 dingen doen: gewoon doorspelen tot de arbiter of de tegenstander er iets van zegt of aan de arbiter vragen wat de speelbal is. In het laatste geval is de kans groot dat de arbiter dan pas merkt dat hij de speler eerder af had moeten tellen en zal hij dat dus op dat moment doen. De laatste is wel de sportiefste oplossing.
De arbiter
Het is de arbiter verboden de speler opmerkzaam te maken op het feit dat er met de verkeerde bal zal worden gespeeld. Zodra er gestoten is met de verkeerde bal moet de arbiter zeggen: “noteren 0 caramboles”. Als de arbiter er achter komt, nadat er al een aantal caramboles zijn gemaakt kan hij de speler op dat moment aftellen en de tot dan toe gemaakte caramboles laten noteren. Als de speler vraagt waarom hij is afgeteld moet de arbiter vertellen dat er met de verkeerde bal is gespeeld.
De tegenstander
Zodra de tegenstander ziet dat de speler met de verkeerde bal speelt en de arbiter heeft dit niet in de gaten, mag hij op een nette manier de arbiter hier op wijzen. Dus niet de omstanders of teamgenoten.
De schrijver
De schrijver speelt in deze situatie geen rol. Hij mag alleen schrijven en zich niet bemoeien met de leiding van de wedstrijd. Het is en blijft alleen de arbiter die de wedstrijd leidt.
Vermelding wedstrijdformulier
Zijn er tijdens de partij zaken voorgevallen waar men het niet eens mee is, en welke niet zo konden geregeld worden, kan men deze altijd op het wedstrijdformulier vermelden voordat men dit ondertekent. Naderhand heeft men geen verweer meer.